Leerkracht in de kijker
Lisa De Rijcke
Het fijne aan zangles geven is dat je altijd met een uniek instrument werkt. Elke persoon is anders en iedereen heeft een unieke stem. Je gaat dus echt samen met elke leerling individueel op avontuur en komt zo soms voor prachtige verassingen te staan. Sommige leerlingen hebben wat meer tijd nodig om zangtechnisch een goed niveau te bereiken maar blazen je dan wel volledig omver met hun rakende inleving of expressie. Anderen blijken na enkele maanden les een diamant van een stem te hebben die ze nooit eerder ontdekt hadden omdat ze niet de juiste manier vonden om die stem te laten schitteren.
Je stemklank en uitvoering staan nooit los van je persoon en zullen dus ook altijd gekleurd zijn door je persoonlijkheid én door hoe jij je op dat moment in je leven voelt. Zangles volgen is ook werken aan jouw ontwikkeling als persoon en aan het beter leren kennen van jezelf. Dat maakt het als leerkracht ook zo boeiend. Het is niet elke les hetzelfde, je blijft zelf opzoek gaan naar de juiste aanpak.
Maak jezelf belangrijk. Als zanger moet je jezelf groot maken en waarde hechten aan wat je daar staat te doen. Zo kan je een publiek naar je toetrekken en boeien. Durf plaats in te nemen. Je hoeft in je dagelijks leven niet de meest extraverte persoonlijkheid te hebben maar het kan zo veel deugd doen om tijdens het zingen jezelf eens heel belangrijk te maken.
Ik heb voor elke leerling een plan van aanpak maar dat hebben ze zelf niet altijd door. Doorheen de jaren heb ik geleerd om het leerproces van leerlingen sneller te begrijpen. Ik heb het geluk om met iedereen individueel te kunnen werken en kan daarom ontdekken hoe ik iemand het beste kan begeleiden. Sommige leerlingen zijn gediend met een zeer technische uitleg. Bij anderen werk ik vooral met beelden. En bij leerlingen die vanzelf al heel hard nadenken over alles probeer ik met “doen” te werken. Door hen de juiste oefeningen te laten doen, voelen ze hoe het in mekaar zit. Dat werkt voor hen vaak beter dan alles blijven uitleggen. Daarnaast vind ik het heel belangrijk dat er elke les ook ruimte is voor andere dingen dan “technisch” leren zingen. Ik focus ook hard op inleving, interpretatie van de tekst en zangplezier.
“Als je leerlingen ziet genieten en schitteren op het podium en dan even terugdenkt aan hun eerste, vaak verlegen, lesmomenten, dat geeft als leerkracht een voldaan gevoel”
Toen ik vijf jaar was namen mijn ouders mij mee naar de opera “De Toverfluit”. Dat was de enige opera die ik kende, we hadden thuis maar één cd met operamuziek. De operavoorstelling duurde lang dus ik viel in slaap. Toen de Koningin van de nacht haar bekende aria begon te zingen schoot ik wakker en begon ik luidkeels mee te zingen. Ik denk niet dat de anderen in het publiek daar zo blij mee waren.
Ondertussen, bijna 30 jaar later, zing ik die opera zelf in een versie speciaal gemaakt voor kinderen. Bij deze voorstelling van opera Caramba mogen de kinderen zo veel en zo luid meezingen als ze maar willen.
Buiten het lesgeven sta ik zelf nog heel veel op het podium. Eén van de dingen die ik doe is opera zingen. Vroeger zong ik ook veel operette en het fijne is dat je daar de drie domeinen kan combineren. Er wordt naast het zingen ook geacteerd en gedanst. Door deze ervaringen voel ik mij als zangeres ook meer vrij op het podium. Je bent gewend om te bewegen en te spreken op het podium.
De toonmomenten zijn voor mij altijd een moment om naar uit te kijken. Het is zo fijn om te zien hoe de leerlingen geëvolueerd zijn. Als je ze ziet genieten en schitteren op het podium en dan even terugdenkt aan hun eerste, vaak verlegen, lessen, dan voel je je toch voldaan als leerkracht. We werken altijd stap voor stap naar een toonmoment toe omdat het belangrijk is dat leerlingen positieve ervaringen hebben en geen angstaanjagende herinneringen overhouden aan zo’n moment. Het is heel fijn om te zien hoe ze zich elk toonmoment meer en meer durven tonen zoals ze echt zijn.
